Irisdiagnostiek, ook wel iriscopie genoemd, is het herkennen van huidige en vroegere aandoeningen d.m.v. veranderingen in het regenboogvlies, de iris, van het oog.
De irisdiagnose maakt het mogelijk in het orgaanstelsel zwakke plekken te ontdekken, die zich nog niet tot pathologie hebben ontwikkeld en daarom door reguliere onderzoeken nog niet aan te tonen zijn. De irisdiagnose heeft dus vooral haar waarde als functiediagnose. De werking, de defecten, de zwakheden van de organen en orgaansystemen kunnen uit de iris worden waargenomen. Daarbij speelt de constitutie, de erfelijke aanleg van de cliƫnt een voorname rol. Om een goede diagnose te stellen is een aanvullende anamnese noodzakelijk. Met iriscopie kan men al in een heel vroeg stadium een lichamelijke diagnose stellen, waardoor men iriscopie preventief kan gebruiken. Het is dan ook aan te raden om u jaarlijks te laten controleren, u bent dan preventief bezig om uw lichaam gezond te houden. Iriscopie wordt tegenwoordig niet meer toegepast in deze praktijk omdat de Scio/Eductor Quest9 dit volledig overgenomen heeft. Dit is accurater en veel uitgebreider.